De buurt, de mensen, de vereniging; Op weg naar een onderzoeksrapport over de kwaliteit van de woningen in de Van der Pekbuurt

De Van der Pekbuurt is de entree naar Noord of de pier naar het centrum afhankelijk vanuit welk perspectief je de wijk bekijkt. In het Stadhuis en de burelen van Ymere is lange tijd met enig afschuw naar de wijk gekeken. Het liefst wilde het stadsbestuur en de woningcorporatie de wijk platwalsen en er een tweede Overhoeks van maken. De bewoners, gehecht aan hun gemeenschap en buurt, staken hier een stokje voor en dat hebben die huurders geweten.

Want bij een wijk, die historisch erfgoed is, zou je verwachten dat de overheid en haar semi-bestuursorganen zoals corporaties een tandje bijzetten. Dat is echter niet het geval. Er wordt misschien wel een tandje bijgezet in het wegpesten van huurders, maar niet in het leefbaar maken van de woningen en de buurt, dat doen bewoners en de Huurdersvereniging Van der Pekbuurt grotendeels zelf.

De wijk bestaat voor een groot deel uit sociale huurwoningen. Het is een soort spiegel voor de andere kant van ‘t IJ of nu Overhoeks waar het grote geld de huisvesting bepaald. Het is ook een mirror in de zin van werkgelegenheid. Het is een zogenaamde prachtwijk volgens een oud PvdA minister, maar veel kracht heeft het van de politiek niet te verwachten die laat Ymere en haar halfslachtige aannemers hun gang gaan. De kracht zit in de bewoners, de huurders die vaak jarenlang in de buurt wonen en een netwerk van contacten hebben en steun bieden.

De huurders zijn ook de kracht van de Amsterdamse samenleving. Er is de bagagemedewerker van Schiphol die twee diensten per dag draait. De leerkracht die de jonge Amsterdammers op weghelpt in hun nieuwe wereld. De schoonmaakster die de rotzooi van de feestende elite in de Adam Toren opruimt. De taxichauffeur die lange dagen maakt door toeristen en expats van Amsterdam naar Schiphol te rijden. De afvalmedewerker die dagelijks het vuil van de stad ophaalt. De medewerker in de thuiszorg die hulpbehoevenden in de stad een steuntje in de rug geeft. De verhuizer die rijken in hun grachtenpanden aan een vleugel op de derde verdieping helpt. De verpleegkundige die in de ouderenzorg werkt. En ga zo maar door.

De ruggengraat van de samenleving of de essentiële beroepen zoals ze in de coronatijd werden genoemd. Er wonen ook mensen die van hun oude dag genieten, baanloos zijn, een krasje hebben en wat hulp nodig hebben en mensen die na een moeilijke periode in hun leven een nieuwe start maken. De Van der Pekbuurt is een doodgewone Amsterdamse wijk nog zonder veel excessen van de woningmarkt al worden die langzaam opgedrongen. Een wijk dit zich tolerant opstelt en gezien de staat van de huizen, schimmelig, vochtig, niet geïsoleerd, niet verwarmd en gehorig, een hele opgave voor haar bewoners. Dat er niet veel meer conflicten en ruzies zijn tekent de buurt en haar vereniging.

Het is geen buurt van de dikke portemonnee, maar dus wel van een groot hart, een liefde voor haar wijk die langzaam in elkaar stort door decennia achterstallig onderhoud door gemeente en woningcorporatie. Dat de wijk nog overeind staat is niet te danken aan de staat en haar helpers, maar aan de buurt, huurders en haar vereniging. Keer op keer moeten de bewoners en de vereniging de woningcorporatie Ymere eraan herinneren dat we in de 21ste eeuw zijn beland en dat het tijdperk van slechte isolatie voorbij is. De corporatie heeft meerdere prijzen gekregen voor een van de eerste blokken die gerenoveerd zijn, maar een flink deel van de gerenoveerde huizen in de wijk en in de Gentiaanbuurt zien er niet zo florissant uit. Huurders van deze woningen klagen nu al, korter dan vijf jaar na dato, over gehorige woning, schimmel, slechte isolatie, hoge energierekening en andere gebreken.

Voor een wijk die het echte centrum van de stad is, niet het centrum van het geld, maar het centrum van de mensen waaruit de stad is opgebouwd en die de stad doen leven, beleven en bewaren, zou je meer verwachten van de politiek, van het bestuur, van een corporatie in de sociale huisvesting, überhaupt van de elite in de Stopera die het liefst had gewild dat er een betonnen woestijn was opgetrokken als poort naar het centrum en nu geconfronteerd wordt met een wijk en een vereniging die zich niet neerlegt bij de wensen van het grote geld en het bestuur.

 

 

 

 

Huurdersvereniging Van der Pekbuurt