Het Parool, Malika Sevil
In heel Amsterdam rukt de welvaart op en staan oude volksbuurten onder druk. In Noord houdt de Van der Pekbuurt dapper stand, maar niet zonder kleerscheuren. ‘Hier in de straat staat de Tesla tegenover de Canta.’
Vraag een bewoner van de Van der Pekbuurt wat er van hun wijk was geworden als die in 2013 niet door hun eigen inspanningen van de sloop was gered en ze wijzen naar de buren: de miljonairswijk Overhoeks. Daar groeien de woontorens zowat tot in de hemel en kost een penthouse een godsvermogen. Onbereikbaar voor de gewone man, laat staan voor de Van Der Pekbuurtbewoner. “Op Overhoeks zijn zelfs de zebrapaden van marmer,” zegt Bart Stuart (50, kunstenaar), al twintig jaar een trotse huurder van een woning van 34 vierkante meter in de Muurbloemstraat.
Hij staat midden op de Van der Pekmarkt, het hart van de buurt. Een bijzondere plek in vele opzichten. Historisch, omdat het een van de eerste Amsterdamse wijken is die met zorg en aandacht voor esthetiek en hygiëne voor de arbeider is ontworpen. Uitzonderlijk, omdat de bewoners de wijk hebben gered van de sloop. En buitengewoon vanwege de bewoners zelf – vaak armlastig, mondig, voor de duvel niet bang en zeer bedreven in het actievoeren.
Deze buurt staat ook nog eens op het punt om een uniek traject in te gaan. Woningcorporatie Ymere, eigenaar van de huizen, begint aan een van haar grootschaligste renovatieprojecten in de geschiedenis van de stad: de hele Van der Pekbuurt moet worden aangepakt. Maar liefst 1123 woningen en 43 bedrijven in het noordelijk deel worden bouwblok na bouwblok opgeknapt in de komende tien jaar. In januari zijn de eerste honderd woningen aan de beurt.
Strak in de lak
Het zuidelijk deel van de Van der Pek, dat al eerder is gerenoveerd, en de aangrenzende Gentiaanbuurt, waar de renovatie in volle gang is, gunnen een blik in de toekomst: de kozijnen en het houtwerk zitten er strak in de lak. Net nieuwbouw, maar ook net Anton Pieck. De Van der Pekbuurt gaat van aggenebbisj tot A-label, want ook de binnenkant wordt grondig geïsoleerd en verduurzaamd. Gemiddelde kosten per woning: ruim 200.000 euro. Of zoals een woordvoerder van Ymere zegt: “Mensen denken misschien: zet Bob Sikkes, de huizentoveraar van Kopen Zonder Kijken, erin en je hebt een knappe woning. Maar hier moet álles worden aangepakt. Van de vloer tot de dakpannen en alles ertussenin.”
De eindstreep belooft veel moois, maar het duurt een deel van de bewoners véél te lang. Nog acht, negen, tien jaar wachten op een huis zonder tocht, schimmel, muizen en grondwaterproblemen is niet vol te houden.
Het rumoer is er nu al. Onlangs was er op de Van der Pekmarkt een protest ‘tegen de verkrotting’. Bewoners beschilderden daar spandoeken met teksten als: ‘Ymere ga isoleren’. Er waren soep, een biertafel en een gedeelde mening: Ymere doet niet genoeg voor de huurders.
Ratten en schimmel
Bij het protest staat Kirsten Zimmerman, schrijver, buurtbewoner en bestuurslid van de Huurdersvereniging Van der Pekbuurt. Volgens haar is er door Ymere sinds 1986 weinig aan de huizen gedaan. “Wie nu een melding doet, kan lang wachten, want Ymere pakt die nauwelijks op. “Een buurtbewoner wil vanwege de ratten verhuizen. Haar zoontje durft niet meer thuis te slapen.” Een andere bewoner laat foto’s op haar telefoon zien van grote schimmelplekken op de muren van de kinderslaapkamer.
De bewoners zijn al decennialang aan het touwtrekken met Ymere. Eerst over de voorgenomen sloop, daarna over de renovatie. Ze willen geen aansluiting op het warmtenet, maar die aansluiting komt er toch. Een ander pijnpunt: Ymere schortte in 2021 de renovatieplannen tijdelijk op, omdat het allemaal te duur werd.
Er zit inmiddels eelt op de wijk. Oud zeer zit er ook, evenals onzekerheid. “Gaat de buurt de renovatie overleven?” vraagt Stuart zich af. “Het lot van de buurt is dat we in de schaduw zitten van die prachtige torens. Het geeft ons een bang vermoeden dat de toekomst van de buurt niet alleen maar goed voor ons is.”
Onbetaalbare koopwoningen
Dat Ymere bij de renovatie van het zuidelijk deel van de Van der Pekbuurt dertig procent van de woningen – 66 stuks – aan ontwikkelaar Dura Vermeer heeft verkocht helpt niet. Die maakte er mooie, en voor het gros van de buurtbewoners onbetaalbare koopwoningen van. Het zuidelijk deel ligt er nu spic en span bij. In mei werd de renovatie van Ibelings van Tilburg architecten zelfs nog bekroond met de BNA publieksprijs voor het Gebouw van het Jaar.
Die verkoop gaf het vertrouwen een knauw, want oude bewoners vertrokken en er kwamen nieuwe, vaak welvarende mensen voor terug. “Wij, de arme mensen, kijken naar huizen van zes ton, terwijl we zelf in de rotzooi zitten,” zegt Stuart.
Voor het noordelijk deel geeft Ymere een terugkeergarantie. Straks ligt er een prachtig opgeknapte wijk. Maar bewoners nemen dat niet zomaar voor zoete koek, zegt Stuart, die elke stap kritisch volgt. Het was immers deze wooncorporatie die de wijk oorspronkelijk wilde slopen. Dat zijn de bewoners niet vergeten. “Woningcorporaties gedragen zich vanaf de jaren negentig steeds vaker als een projectontwikkelaar. Veel aandacht ging naar nieuwe wijken, en ondertussen is er heel weinig in de bestaande wijken geïnvesteerd. Dit is een verhaal over achterstallig onderhoud. Daardoor voelen bewoners zich vergeten en ongewenst.”
Achterstallig onderhoud
Wouter van Gent, universitair docent stadsgeografie aan de Universiteit van Amsterdam, heeft zes jaar geleden onderzoek gedaan naar de Van der Pekbuurt en herkent het verhaal van achterstallig onderhoud. Dat voedt het wantrouwen. Daarbij moet je de impact van de plek ook niet onderschatten. De Van der Pekbuurt is een A-locatie. Binnen vijf minuten wandelen sta je op het pontje naar Amsterdam Centraal. In de buurt stopt de Noord/Zuidlijn. “Er is niemand die hardop zal zeggen: ‘Het is een te mooie plek voor betaalbare huur in goede woningen, dat moeten dure koopwoningen worden’. Maar er is wel een notie van: een arbeiderswijk, op die plek, in deze tijd: waarom is die er nog? Over dit soort plekken wordt gesproken in termen van marktlogica: ‘Een vernieuwing moet wel rendabel zijn’.” De slotsom is hetzelfde. “De bewoners hebben dat echt wel door.”
Tijdens zijn onderzoek zag Van Gent dat het stadsdeel, de gemeente en Ymere de wijk vanaf de eeuwwisseling al aantrekkelijker probeerden te maken voor welvarende Amsterdammers. “De markt kreeg meer biologische kraampjes, in de Van der Pekstraat zijn winkelruimtes gegund aan hippere zaken.” Dat doet ook iets met de oorspronkelijke bewoners, zegt Zimmerman. “Leuk dat er een Kinki Kappers zit, maar de gemiddelde buurtbewoner kan dat niet betalen.”
Tesla tegenover Canta
Stuart vindt de ongelijkheid ook ingewikkeld, zonder dat hij wil mopperen over bakfietsmoeders en yuppen. “De Tesla staat hier tegenover de Canta in de straat,” zegt Stuart. Het contrast tussen oud en nieuw en rijk en arm schrijnt en schuurt. “In de Jasmijnstraat zie je één blok dat is verkocht voor de hoofdprijs en het andere blok is al veertig jaar niet onderhouden. Daar wonen wij dus, de zielige mensen. We zijn niet zielig, maar je wordt zielig omdat de woningbouwcorporatie de tweedeling zo hard organiseert.”
De komst van jonge, welvarende nieuwkomers in de wijk kan het wantrouwen verder versterken, zegt Van Gent. “De nieuwe bewoners zijn de mensen voor wie de huidige huurders eigenlijk plaats hadden moeten maken als de wijk gesloopt was. Ze staan symbool voor wat de gemeente en Ymere lang met hun wijk wilden. Het gaat dus niet alleen over ongelijkheid, maar ook over dat de huurders zich niet zeker voelen over hun eigen huis en hun plek in de stad.”
Copekcabana
Jessie Wilms (34, actrice) begrijpt de frustratie van de buurtbewoners heel goed. Ze woonde zelf, tot ze de sleutel van de huidige woning kreeg, acht jaar lang in de Ganzebloemstraat. Een huisje van 33 vierkante meter met een mooie tuin, lieve buren, maar ook met tocht en dunne wandjes. Nu woont ze in het opgeknapte zuidelijk deel. Ze is een van de initiatiefnemers van wooncoöperatie Copekcabana, een woonblok met dertig sociale woningen. “Ik kan me heel goed voorstellen dat als mensen mij, dertiger en nieuwe Noorderling, deze woning zien binnengaan, denken: zij heeft wel zo’n mooie woning en ik zit nog in de tocht. Ik word vergeten. De oud-Noorderlingen maken de buurt. Ondertussen is de van der Pekbuurt vernieuwd met ook jongere bewoners. Ik ben bang dat die het ook niet meer leuk vinden als er zo’n tweedeling ontstaat.”
Dan rijst meteen de hamvraag: hoe houd je dan een oude volksbuurt overeind? De huizen worden beter, maar wat gaat deze megarenovatie met de buurt doen? Stuart vreest voor de toekomst van de Van der Pek. “Op dit soort dure plekken zie je dat mensen aan de onderkant, en dan heb ik het dus gewoon over ons, de lul zijn.” Ook met terugkeer- en huurgarantie ben je er niet, weet hij uit eigen ervaring. “Na twintig jaar verlaat ik de Van der Pekbuurt. Ik woon op 34 vierkante meter. Maar de indeling van de plattegrond wordt onhandig omdat de buizen van de stadsverwarming op een ongelukkige plek het huis binnenkomen. Een groter huis kan ik niet betalen, dus verhuis ik naar Nieuwendam. Dat is best wel dramatisch, want ik ben verknocht aan deze buurt.”
Ymere: ‘Blijft een wijk voor mensen met een beperkt inkomen’
De Van der Pekbuurt moet écht een buurt worden met overwegend sociale woningbouw, zegt regiomanager Walter Louman. Het eerste renovatieblok met honderd woningen dat in januari wordt aangepakt, wordt 100 procent sociale huur. “In overleg met de Huurdersvereniging hebben we ons afgevraagd: voor wie is deze wijk? Deze wijk is voor mensen met een beperkt inkomen. We hebben afgesproken dat 70 tot 80 procent sociale huur blijft. De rest gaan we nu nog niet vastleggen, maar dat zou bijvoorbeeld een iets duurder huursegment kunnen worden, zoals middenhuur.” Verder is er een terugkeergarantie voor bewoners en blijft de huur hetzelfde.
Overigens wil Ymere het beeld nuanceren dat Overhoeks alleen maar voor rijke Amsterdammers is. Ymere werkt daar nu met Dura Vermeer aan 288 sociale huurwoningen, die ook worden ingezet als wisselwoning voor bewoners die hun huis uit moeten voor de renovatie van de Van der Pekbuurt.
Ook Louman ziet dat er een taak ligt bij Ymere om het vertrouwen van de huurders terug te winnen. Onderdeel daarvan is het oplossen van mankementen als lekkages. “Het reparatieonderhoud gebeurt nu niet goed genoeg. Daar heb ik buikpijn van. Dat gaan we dus verbeteren. Onze grootste zorg nu is: hoe zorgen we ervoor dat de mensen in die 1100 woningen tot de renovatie toch goed kunnen wonen? Als er bijvoorbeeld een nieuwe keuken in moet, dan doen we dat.”
Ook komt er een inloopspreekuur speciaal voor reparatieverzoeken. Hoe Ymere het vertrouwen wil terugwinnen? “Afspraken nakomen, doorpakken en perspectief geven.”
Tekst Malika Sevil
Het Parool 17 juni 2023