In 2018 presenteerde de huidige gemeentecoalitie hun akkoord en daarmee ook klimaatdoelstellingen: 55% reductie van de CO2 uitstoot in 2030, 95% in 2050, drie wijken geheel van het aardgas af en nieuwbouwwijken geheel aardgasvrij. De beslissingen die worden genomen om deze doelen te verwezenlijken leiden echter tot merkwaardige praktijken.
Amsterdam zet volgas in op stadswarmte van Vattenfall
Je hebt van het gas af en van het gas af. Niet iedere optie is even duurzaam en de gemeente lijkt vooral voor snelheid in plaats van zorgvuldigheid te kiezen. Zoals Mischa Meerburg van Fossielvrij Amsterdam stelt:“Ze hebben eerst de doelstelling gezet om tien jaar eerder dan de rest van Nederland van het aardgas af te gaan. . . . Op deze manier ren je zo in de armen van de fossiele industrie, van Vattenfall.”
Vattenfall krijgt van de gemeente ruim baan om in verschillende wijken collectieve warmtenetten op hoge temperatuur aan te leggen. Hierbij wordt restwarmte gebruikt van een andere energiebron die bijvoorbeeld gebruikt wordt om elektriciteit op te wekken. Op dit moment is dat nog de aardgascentrale in Diemen. Het uitstootprobleem wordt dus verplaatst. In de toekomst moet dit een biomassacentrale worden die op zichzelf weer het onderwerp is van heftige discussies.
‘Proeftuin’ Van der Pekbuurt
Zo’n warmtenet met hoge temperatuur komt er als het aan de gemeente ligt ook in Amsterdam-Noord, in de Van der Pekbuurt. “Verbazingwekkend,” volgens Matthijs Hisschemöller, senior onderzoeker bij DRIFT en voormalig hoofddocent Milieubeleid bij het Instituut voor Milieuvraagstukken (VU). “Er was een onafhankelijk onderzoeksrapport waarin werd gezegd: je kan het beste iedereen een warmtepomp geven en daarna het oppervlaktewater gebruiken. Dat is een lage temperatuur oplossing.” Toch is gekozen voor stadswarmte. Hoe kan dat? “Volgens mij is de gemeente gewoon beneveld door Vattenfall. Zij bepalen wat er moet gebeuren. Het maakt geen biet meer uit op wie je stemt in Amsterdam, want je stemt uiteindelijk op Vattenfall.”
Al in 2008 sloot de gemeente de Warmteovereenkomst Noord met verschillende woningbouwverenigingen en Westpoort Warmte, een gezamenlijke onderneming van Vattenfall (toen nog Nuon) en AEB Amsterdam. In dit contract staat dat alle partijen zich maximaal moeten inspannen zoveel mogelijk bestaande woningen op het warmtenet aangesloten te krijgen. Bewoners van corporatiewoningen in de van de Van der Pekbuurt kunnen worden verplicht zich aan te sluiten op het warmtenet als meer dan 70% van de huurders het warmtenetplan ondersteunt.
Ondertussen werd de Van der Pekbuurt als proeftuin aangewezen om te kijken op welke manieren woningen van het aardgas af kunnen. Er is zelfs een participatietraject gestart met 6 miljoen euro subsidie van het Rijk om bewoners inspraak te geven. Bewoners hadden echter vaak het idee dat stadswarmte stevig werd gepromoot.
Bovengenoemd contract werd openbaar na een WOB-procedure (Wet Openbaarheid Bestuur), gestart door Fossielvrij Amsterdam. De bijlagen met kaarten om welke buurten het precies ging werden echter niet vrijgegeven, ondanks pogingen van Fossielvrij Amsterdam. Als in deze bijlagen zou staan dat er zoveel mogelijk woningen in de Van der Pekbuurt op het warmtenet moeten worden aangesloten dan is het heel opmerkelijk dat er ook een participatietraject is opgetuigd voor 6 miljoen euro.
Rechtszaak om de Sluisbuurt
De Van der Pekbuurt staat niet op zichzelf. In de nog te bouwen Sluisbuurt in Oost wilde de gemeente ook een warmtenet, met een aansluitplicht voor nieuwe bewoners. Volgens de wet mag je echter een ontheffing van die aansluitplicht aanvragen als je zelf met een duurzamer alternatief komt, bijvoorbeeld een warmtepomp en zonnepanelen. De gemeente wilde dit verhinderen en kwam met een rekenmethode waarin zonnepanelen niet meetellen. Fossielvrij Amsterdam heeft hier vorig jaar een rechtszaak tegen de gemeente over aan gespannen en heeft deze zaak ook gewonnen. De gemeente gaat nu in hoger beroep.
De gemeente zet dus hard in op warmtenetten op hoge temperatuur terwijl de duurzaamheid daarvan allesbehalve evident is. Hier komt bij dat de warmtenetten er zullen liggen tot ver na 2050, het ijkpunt voor een broeikasgasvrije samenleving.
Op wijkniveau kijken wat er mogelijk is
Warmtenetten zijn niet het enige paard waar Amsterdam op wedt. Het verschilt sterk per wijk. “Als je op wijkniveau kijkt dan kun je veel meer op maat een plan maken, de situatie en verschillende bronnen in kaart brengen,” zegt Aukje van Bezeij van Energiecoöperatie Zuiderlicht en de website wijzijnom.com (waar ze schrijft over pionierende Amsterdammers in de energietransitie). Bij het WG-terrein hebben de buurtbewoners bijvoorbeeld plannen uitgewerkt om over te gaan op aquathermie waarmee ze het grachtenwater gebruiken om warmte op te wekken. “Dat wordt een fantastisch alternatief voor stadswarmte op hoge temperatuur.”
Een groot voordeel van coöperatieve warmteoplossingen op lage temperatuur is dat het energiebewustzijn creëert. Wanneer je lage aanvoertemperaturen van energie hebt is er een veel grotere prikkel om je woning te verduurzamen. Van Bezeij: “Op het moment dat je zelf je energie maakt, ga je direct uitzoeken of je niet teveel verbruikt en hoe je het moet opwekken.” We hebben in Nederland een abstracte perceptie van energie door ons aardgasverleden. “Het leek maar niet op te gaan, doordat we altijd hoge temperaturen konden opwekken lopen we echt achter met isolatie.”
We zullen in Amsterdam dus ook wat aan onze warmtevraag moeten doen om de doelen van 2050 te halen. We hebben in Nederland een relatief hoge comfortstandaard vergeleken met andere Europese landen. “Nederlanders zijn eraan gewend dat hun (gehele) woning en kantoor op temperatuur zijn, ook wanneer het buiten koud is,” zegt Sanne de Boer in haar boek De Energietransitie Uitgelegd (2020). Meer energievoorziening in kleinschalig beheer kan er voor zorgen dat we sneller verduurzamen.